Hoogbegaafdheid bij volwassenen – de stand van het wetenschappelijk onderzoek

Inleiding

Veel hoogbegaafde volwassenen herinneren zich nog precies het moment waarop ze ‘hoogbegaafd werden’. Bij sommigen begint het met de kinderen, die bijvoorbeeld slecht aansluiting blijken te hebben op school. Anderen lopen vast in hun werk of krijgen conflicten met hun baas. En weer anderen krijgen – zoals ik – zomaar opeens een vraag, die uiteindelijk hun wereld (of hoe ze die beleven) verandert.

Van veel hoogbegaafden heb ik gehoord dat ze vervolgens – gedreven als ze zijn – op zoek gingen naar kennis. In de vorm van boeken, websites, wetenschappelijk onderzoek, HB-café’s. En die kennis is er. Maar ze is nogal divers en gefragmenteerd.

Aan hoogbegaafdheid zijn in de loop der tijd veel kenmerken gekoppeld. Maar daardoor is er geen eenduidige definitie (meer) van hoogbegaafdheid. En dat is wetenschappelijk gezien best problematisch (maar verre van uniek voor de wetenschap trouwens).

Dit kwam ook weer eens naar voren uit een recent verschenen artikel naar de stand van het wetenschappelijke onderzoek naar hoogbegaafdheid bij volwassenen. Maggie Brown bracht samen met Elizabeth Peterson en Catherine Rawlinson de huidige situatie in kaart en deed aanbevelingen hoe hoogbegaafdheid als wetenschappelijk begrip beter te funderen[i].

Onderzoeksvragen

De onderzoekers stelden zich de volgende vragen:

  • Wat is nodig om te zorgen voor onderzoek waardoor we hoogbegaafdheid bij volwassenen beter begrijpen?
  • Op welke onderzoeksactiviteiten zouden we ons vooral moeten richten de komende vijf jaar?

Methode

Het onderzoek is vooral een inventarisatie van de huidige stand van zaken. Het werd gedaan volgens de Delphimethode. De onderzoekers verzamelden een panel van experts die allen inmiddels vijf jaar of meer bezig zijn met hoogbegaafdheid bij volwassenen. In de theorie (wetenschappelijk onderzoek) of in de praktijk (als coach of therapeut bijvoorbeeld) of in beide.

Gedurende een periode van 8 maanden werden in drie rondes aan dit het panel open vragen gesteld over hun visie. In ronde één verzamelden de onderzoekers individuele feiten, ideeën en opinies. Na verwerking van de data werden die in ronde twee teruggekoppeld en werd je als panellid gevraagd op die verzamelde gegevens te reageren.

Op basis van die reacties keken de auteurs naar mogelijke punten van consensus in de vorm van aanbevelingen. In de derde ronde werd die gedeeld met de vraag opnieuw te reageren. Zo ontstond een beeld in welke mate die adviezen voor de toekomst binnen het panel werden gedeeld.

Het onderzoek verliep via geautomatiseerde vragenlijsten en emails. Reacties werden individueel gegeven en pas in een volgende ronde gedeeld. Zo konden mensen zich vrij uitspreken en was er geen invloed van andere experts – waarvan sommigen als autoriteit zouden kunnen worden gezien.

Resultaten

Wat waren de uitkomsten van het onderzoek? De onderzoekers ordenden ze in een structuur van drie hoofdideeën: obstakels, prioriteiten en acties. De ideeën bestaan elk uit drie thema’s, waar elk verschillende subthema’s onder vallen.

Obstakels

Fragmentatie. Onderzoek naar hoogbegaafdheid bij volwassenen is geen eigen onderzoeksdomein. Er wordt onderzoek naar gedaan, maar vanuit verschillende onderzoeksdisciplines waartussen de uitwisseling maar moeizaam is.

Individuele wetenschappers werken daardoor vaak in eenzaamheid aan hun onderzoek. Hoogbegaafdheid bij kinderen en adolescenten, vaak gerelateerd aan opleiden, is een veel robuuster onderzoeksdomein. Onderzoekers naar hoogbegaafdheid bij volwassenen bewegen zich vaak bij gebrek aan beter aan de randen daarvan.

Conceptuele verschillen. De fragmentatie heeft geleid tot verschillende definities en kenmerken. Die lijken moeilijk te combineren en uit te wisselen. Er zijn diverse modellen ontwikkeld, maar die zijn vooral tot stand gekomen op basis van onderzoek naar kinderen en de rol van educatie in hun ontwikkeling.

Het woord ‘hoogbegaafd’ is onpopulair, stigmatiserend en zelfs ongeaccepteerd in bepaalde academische kringen, wat belemmerend werkt in het verkrijgen van fondsen voor verder onderzoek.

De vraag is, zo vroeg een aantal experts zich af: blijven we het gebruiken, omdat er geen beter woord voorhanden is of omdat het r nu eenmaal is en bestaande kenmerken inmiddels aan dit concept (‘giftedness’ in het Engels) gekoppeld zijn.

Een andere optie is andere woorden te kiezen – zoals gave[ii], talent[iii], vreemde vogel[iv] of ‘Xi[v], zoals je met name wel ziet bij coaches en sprekers over hoogbegaafdheid. (Een optie die niet wordt genoemd is een overkoepelend construct  te vermijden en je te beperken tot geaccepteerde kenmerken.)

Prioriteiten

Het tweede hoofdidee is prioriteiten te stellen in toekomstig onderzoek. Wat zouden die moeten zijn?

HB is verankerd in een context. Je kunt een hoogbegaafde niet los zien van zijn achtergrond, zijn omgeving. Hoogbegaafdheid is in zekere zin ook een ontwikkeling, die je mee zult moeten nemen in je onderzoek. Die ontwikkeling is gerelateerd aan en een illustratie van een levensloop. En tenslotte is een belangrijk onderdeel van de omgeving de cultuur waarin je bent opgegroeid.

Werkelijke ervaringen begrijpen. Hoogbegaafdheid is een fenomenologisch verschijnsel dat veel verder gaat dan theoretische en conceptuele kennis en daarin dus maar beperkt te vangen is. Dat betekent ook dat er ruimte moet zijn voor kwalitatief onderzoek, dat elke onderzochte persoon zoveel mogelijk en in zijn volle omvang kan beschrijven.

Maar juist van kwalitatief onderzoek geven de onderzoekers aan dat het minder serieus wordt genomen en dat er daardoor minder onderzoeksfondsen voor beschikbaar zijn.

Erken complexiteit. HB-ers zijn een heterogene groep – ze hebben misschien bepaalde kenmerken gemeen, maar er zijn ook veel verschillen.

En ook op individueel niveau is de complexiteit. Elk individu heeft immers een unieke combinatie van kenmerken. Je kunt vanuit bepaalde perspectieven naar die hoogbegaafde volwassenen kijken, maar uiteindelijk krijg je pas een goed beeld als je de hele hoogbegaafde bekijkt.

Tenslotte wordt die complexiteit nog vergroot door de invloed van de omgeving en omdat factoren tijdens iemands leven wijzigen.

Acties

Welke acties zijn nog om de blokkades te overwinnen en invulling te geven aan de prioriteiten?

Theorie en praktijk verbinden. Hiertussen bevindt zich namelijk een grote kloof. Beide zijn van belang. Brown roept bovendien op daarin uit te stijgen boven je eigen onderzoeksdomein.

Kennis en bewustzijn vergroten. Er is helaas weinig kennis over en aandacht voor hoogbegaafdheid, zowel in de maatschappij als in de academische wereld.

Je zou de bestaande kennis actiever kunnen delen. Maar enkele experts vonden zelfs de bestaande theorie daarvoor nog onvoldoende.

Multidisciplinaire projecten. Een concrete aanpak daarvoor kan zijn gezamenlijk conferenties te houden, onderzoek te doen, een community te onderhouden, etc.

Aanbevelingen

Op basis van de gegevens en opinies uit ronde twee stelden de onderzoekers aanbevelingen voor, die in de derde ronde werden getoetst. Uiteindelijk formuleerden ze op basis van de reacties uit het panel de volgende adviezen:

1. Richt een onderzoeksprogramma in, dat recht doe aan veelvormigheid van het onderzoeksgebied.

2. Richt je op sterke onderzoeksmethoden en duidelijke onderzoeksvragen. Hierdoor neemt de kwaliteit van de theorie toe. Dat is een basisvoorwaarde om uiteindelijk als onderzoeksgebied serieus te worden genomen.

3. Test de validiteit en bruikbaarheid van bestaande modellen. Diverse model poppen steeds weer opnieuw op als het over hoogbegaafde volwassenen gaat, maar er wordt dan aan voorbijgegaan dat ze vooral afkomstig zijn uit het domein dat hoogbegaafdheid bij kinderen en de rol van onderwijs in hun ontwikkeling onderzoekt. Voor volwassenen zijn ze niet getest.

Er waren overigens experts in het panel die aangaven je de tijd en het geld dat je hieraan zou besteden beter kunt gebruiken.

4. Richt je op het beter in beeld krijgen van hoogbegaafdheid bij volwassen als een ‘in de context belegd fenomeen’. Daarbij is het belangrijk, dat je erkent dat hoogbegaafdheid een complex verschijnsel is. Het is niet in het belang van theoretische kennis, dat je die complexiteit reduceert, omdat je dan geen recht meer doet aan de werkelijkheid.

5. Blijven we het woord hoogbegaafdheid gebruiken? Dat heeft immers geen eenduidige definitie en heeft een negatieve connotatie.

De meeste experts stelden uiteindelijk voor dit niettemin te handhaven. We hebben op dit moment simpelweg geen beter begrip. Zoals al geïllustreerd waren er ook panelleden die nu al andere woorden gebruiken.

6. Nu één overkoepelende definitie maken is zowel onmogelijk als improductief. Uiteindelijk zou het goed zijn tot één zo’n definitie te komen. Maar op dit moment is het beter op basis van de bestaande gedifferentieerde begrippen vervolgonderzoek te doen.

Wat ik ervan vindt

Wat is de waarde van dit artikel voor de stand van de kennis over hoogbegaafdheid? En wat kun jij er zelf mee als hoogbegaafde?

De balans opmaken. Het is m.i. heel zinnig af en toe de balans op te maken van de stand van een onderzoeksgebied. Experts daar hun mening over vragen is een goede aanvulling op onderzoek naar inhoudelijke stand van zaken (ik kom daar zo nog even op terug). Dat is wat dit onderzoek heel goed in beeld heeft gebracht.

Herkenbaar. De problemen die het panel heeft aangekaart vind ik heel herkenbaar.

In mijn eigen workshops en lezingen introduceer ik bewust hoogbegaafdheid als ‘wetenschappelijk gezien nogal een problematisch concept’. Het is boeiend te zien dat deze twijfel ook in de wetenschap wordt gezien wordt. Ik ze vooral in de praktijk.

De negatieve connotatie van het woord hoogbegaafd is een concreet probleem dat ik ook uit de praktijk ken. Ja, het is mogelijk hoogbegaafdheid zoals door practitioners wordt gedaan, anders te framen. Met een geuzennaam als ‘vreemde vogels’ bijvoorbeeld, als ‘smart asses’[vi] of ‘Xi’.

Als wetenschapper is dat natuurlijk een stuk minder gemakkelijk. Ondanks alle kanttekeningen is het begrip ‘giftedness’ inmiddels gekoppeld aan een body of knowledge.

Vooral wetenschappelijk. Het artikel beperkt zich tot de stand van de wetenschap. Het beschrijft hoe een onderzoeksgebied ervoor staat en hoe je toekomstig onderzoek zo waardevol mogelijk kunt maken. En het blijft daardoor vooral gericht op de theoretische kennis over hoogbegaafdheid en hoe je die procesmatig op een effectieve manier vermeerdert.

Dus in dit artikel staat geen advies in waar je als hoogbegaafde mee aan de slag kunt. Als je zocht naar aanbevelingen over je eigen ontwikkeling zul je die in dit artikel niet vinden. Persoonlijk ben ik altijd vooral daarnaar op zoek en stelde dit artikel dus teleur. Want:

Het artikel gaat dus ook niet inhoudelijk in op giftedness/hoogbegaafdheid. Dat is enerzijds een gemis, anderzijds zijn daar al goede boeken over. (Ik noem er hieronder een paar.)

En zoek je een meer wetenschappelijke invalshoek, dan kun je bijv. kijken naar deze literature review.

Complexiteit. Blij ben ik met de constatering dat hoogbegaafdheid verbonden is met hoge complexiteit en variatie. Brown wijst terecht op de complexiteit van de persoonlijkheid (niet elke HB-er is gelijk), de samenhang met niet-cognitieve persoonskenmerken, de invloed van de omgeving en de voortdurende ontwikkeling. Ik deel dan ook haar conclusie dat een verschuiving nodig is naar een ‘systemische of ecologische levensloopaanpak’ in het onderzoek naar hoogbegaafdheid.

(Hoog)bewustzijn. Een onderzoek op systemische of ecologische basis naar de levensloop van hoogbegaafden biedt ook ruimte aan een aspect wat ik zelf tot nu toe onbelicht vind in onderzoek naar en ideeën over HB bij volwassenen: (hoog)bewustzijn.

‘Ontwikkeling’ wordt in dit artikel en ook in diverse onderzoeken wel genoemd, maar ik zie weinig verwijzingen naar relatief hoog bewustzijn t.g.v. de ontwikkeling als volwassene. En hoe die ontwikkeling samenhangt met het verhaal wat je vervolgens over jezelf vertelt. Dat verandert in de tijd namelijk nogal. Interessant? In Nederland wordt zulk onderzoek bijvoorbeeld uitgevoerd door Janet van Horssen[vii].

Omgeving. Hoogbegaafdheid krijgt onder meer betekenis in relatie tot de omgeving waarin je verkeert. Aandacht voor de cultuur als onderdeel van die omgeving lijkt me dan ook erg belangrijk.

Hoogbegaafden vertellen soms het gevoel te hebben helemaal niet meer te passen in een omgeving waar ze vroeger prima functioneerden. De activiteiten en betekenis (cultuur) passen niet meer bij hun eigen niveau van bewustzijn. Dat is een spanning die je heel goed geïllustreerd zit in Spiral dynamics en Ken Wilbers Al Quadrant/All levels-model.

Literatuur. Tenslotte vond ik in de literatuurlijst bij dit artikel een paar heel fijne artikelen waarmee je verder kunt inzoomen op interessante onderwerpen. (Waarover dus wellicht in een volgend artikel.)

Tenslotte

Maggie Brown, Elizabeth R. Peterson en Catherine Rawlinson hebben heel mooi in kaart gebracht hoe wetenschappelijke experts op het gebied van hoogbegaafdheid nu tegen hun vakgebied aankijken. Dat vakgebied is gefragmenteerd – dat blijkt alleen al uit de verschillende ideeën van de participerende experts. En men heeft moeite met het woord hoogbegaafd (of ‘gifted’).

Waar ze het echter vooral over eens zijn is dat meer onderzoek nodig is. En dat je dat het beste kunt doen in multidisciplinaire teams en communities. Het zijn goede aanbevelingen om de theoretische basis van hoogbegaafdheid steviger te maken.

Daarmee is mijn bezwaar niet weggenomen tegen een puur wetenschappelijke aanpak. Ik zie graag dat die ook praktische waarde heeft, mensen verder brengt in hun ontwikkeling. Dat had in dit artikel misschien ook wel beter gekund.


[i] Dit is de volledige verwijzing naar het artikel: Maggie Brown, Elizabeth R. Peterson & Catherine Rawlinson (2020) Research With Gifted Adults: What International Experts Think Needs to Happen to Move the Field Forward, Roeper Review, 42:2, 95-108. Helaas is het niet kosteloos beschikbaar als je geen toegang hebt tot (betaalde) wetenschappelijke databases.

[ii] Het woord gave wordt gebruikt in de de titel van het boek van Noks Nauta en Rianne van de Ven ‘Hoogbegaafde volwassenen; Zet je gaven intelligent en positief in’.

[iii] Het woord talent gebruikt Frans Corten in de titel van zijn boek ‘Uitzonderlijk talent’.

[iv] ‘Vreemde vogels’ gebruikt Frans in de ondertitel van zijn boek.

[v]  ‘Xi’ is naar mijn weten geïntroduceerd door Willem Kuipers in zijn boek ‘Verleid jezelf tot excellentie; Gereedschap voor extra intelligente mensen’. Het begrip staat voor ‘extra intelligent’. Waaronder hij verstaat: naast intellectueel vaardig ook: structureel zeer nieuwsgierig, grote behoefte aan autonomie, grenzeloos en mateloos in het najagen van interesses en emotionele onzekerheid plus intellectuele zelfverzekerdheid’.’

[vi] Tessa Faber vermijdt de term ook en spreekt in haar lezing hoogbegaafden aan met ‘sensitieve smartasses’.  Ze was bijv. een paar jaar geleden te gast op ons HB-café in Alkmaar.

[vii] Meer informatie op haar website: https://www.janetvanhorssen.nl/onderzoek.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.